Hallo, Bonjour, Hola, maar Mabuhay is het meest
toepasselijke!
Marktkramers, blaffende honden en gierende jeepneys waren
onze wekker deze ochtend (lees: 5u ’s morgens). Bij pancakes en omeletten
pakten we onze bagage terug in; klaar om de dag te beginnen. Na wat gesleur met
onze valiezen (nog een geluk dat we veel ‘gespierde’ mannen mee hebben) zijn we
met volle moed vertrokken naar Sagada cave. Gegroet door het gebrekkige gebit
van oude dametjes in traditionele gewaden (lees: pluimen in hun grijze lokken),
konden we genieten van het laatste viewpoint over een vallei met
rijstterrassen. Na dit korte intermezzo liepen we snel terug de bus op en keken
we hals reikend uit naar de voor ons nog onbekende grotten. De buschauffeur had
nochtans zijn rood racepetje aan, maar niets leek minder waar. In plaats van
gierende banden, kregen we enkel piepende remmen te horen. Onder begeleiding
van wereldsterren als Adele, Jeff Buckley, de Foo Fighters en Bazart, zongen we
luidkeels mee (lees: kattengejank) en leek deze trip voorbij gevlogen.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgLRm5mbFVCCN9dElh4pkf48uYBv6dVmG5JASQ1br3UV6mu61Qgj1gyCuLiG-0Vl7bcCdpe8M1-LNZjyJjHep1cVoM9uHf53mFA-ZlmBjoG9GDHlwi1IKvvI1x52UCfnOpYFRTjM0iQags/s320/IMG_5134.JPG)
Eenmaal aangekomen in Sagada trokken we met onze paasbeste
kleren en zaklamp in de hand naar de ingang van de grot. Zoals de zeven dwergen
van Sneeuwwitje leidden de Filipijnse gidsen ons met hun lantaarn de diepte in.
Vol ontzag staarden we naar de blote voeten van de locals, zeker als je de
rotsige ondergrond in rekening brengt. Met goede moed begonnen we aan de steile
afdaling. Naast enkele kleine slippertjes leek er geen wolkje aan de lucht
(lees: bovenkant grot). Tot we plots doorhadden dat we niet de enige waren. Uit
de verte hoorden we ze al komen. Daarna konden we ze reeds ruiken. Tot slot kon
iedereen ze wel voelen (zie titel): overal vleermuizen en alles wat je erbij
kan bedenken. Dit werd duidelijk toen we keken naar de witte T-shirts van Louis
en Pepijn. Niet enkel hun tenue, maar ook al onze handen bleken bedekt te zijn
met deze verdachte bruine smurrie (lees: verse vleermuizenstr..t). Omwille van
de veiligheid moesten we de tocht verderzetten op blote voeten. Weifelend
zetten we onze schoenen aan de kant en gingen we de behulpzame gidsen achterna.
Ze waren steeds aanwezig om ons een hand te geven en hun licht te schijnen waar
nodig. De Filipino’s bewezen niet enkel technisch sterk te zijn in het klimmen,
maar ook een rijke verbeelding te hebben. Zwangere vrouwen, schildpadden,
fallussymbolen en theatergordijnen volgden elkaar op als sculpturen in de grot.
Kortom, natuur bleek de beste beeldhouwer te zijn.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg4tqDyAfQ2zBRsZq59cprKEm0seWT_NBJSGB9O1wlyq8OUUK1wUjW1qmVRXWj-4PAc1jx8vDaX5nhKFcMHo_Gr5DLIh-FQ5e6tbwHmmdnrFDbHvWgfCgzhYT4A6INIrGmIpucUiDJshbI/s320/DSC_0504.JPG)
Na een toffe, maar intensieve trip, klauterden we ons een
weg terug naar boven, zoekend naar het daglicht. Opgelucht, maar voldaan
genoten we van een lekker middagmaal, jammer genoeg met onze nog steeds vuile
handen. Te voet vertrokken we naar de piled coffins (opgestapelde doodskisten).
Deze lagen in de rotswand van een andere grotingang, verscholen onder een dikke
laag stof. Animisten (een soort religie) geloofden dat hun overleden voorouders
op deze manier sneller het transcendente bereiken. Met behulp van stellingen en
ladders uit bamboe, probeerden ze hun gestorven naasten zo hoog mogelijk te
plaatsen. Enkele kisten waren versierd, anderen reeds verweerd. De
foetushouding van de doden verklaart de vorm van de kist, namelijk kort en
breed.
De gids liet ons de kisten van dichterbij observeren. Maar tot onze
grote verbazing, bleken hun stellingen toch niet zo standvastig te zijn...
Enkele kisten tuimelden onherroepelijk naar beneden, met hun inhoud verspreid
op de grond. Verbouwereerd keken we machteloos toe langs de zijlijn. In deze
chaos boden we onze hulp aan. Nadat we alles terug bijeen gepuzzeld hadden,
konden we ze terug in vrede laten rusten.
Een andere methode om sneller het hiernamaals te bereiken,
bestaat uit het ophangen van de kisten met touwen aan de rotswand (hanging
coffins). We genoten nog wat van het uitzicht en stapten terug op de bus.
Hierna leidde een korte wandeling tussen de graven op het kerkhof van Bontoc
ons naar onze volgende slaapplaats, Teng’Ab. De bisschoppelijke residentie
boven op de berg van Bontoc. Na een
frisse douche en een royaal buffet, kunnen we deze dag gemoedelijk afsluiten.
Gil, Louis en
Fauve
P.s.: 1 april! Alle
doodskisten bleven mooi op hun plaats. Hihi grapje!
Ah oef, een 1 april grap, dacht dat jullie 'ze zagen vliegen' :)
BeantwoordenVerwijderengroetjes van mama Fauve
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenWauw...ziet er echt fantastisch uit. Een hele dikke proficiat aan de organisatoren!!;)
BeantwoordenVerwijderenKnappe beschrijving!
BeantwoordenVerwijderenSuper, wij zien hier elke dag uit naar jullie avontuur !
BeantwoordenVerwijderen